Augmented en Virtual Reality zijn dezer dagen overal. Om na te gaan wat de toekomst kan zijn van AR en VR op de werf startte het WTCB een drietal jaar geleden haar ‘Industrie 4.0-proeftuin ‘ConstructionSite Vision’. Daarbij testte het, in samenwerking met Howest en Sirris en met steun van VLAIO, wat de mogelijkheden van AR en VR zijn voor gebruik in de nabije toekomst.
Door Jan Hoffman
Het Oostendse Orac Decor ontwerpt innovatieve interieurconcepten voor gebruik op de muur. © Orac Decor
Interessant aan dit Proeftuinproject is dat er een aantal cases aan de praktijk werden getoetst. Eén daarvan was een project bij het Oostendse Orac Decor, waar Howest in een Use Case testte in hoeverre AR bruikbaar was om gepersonaliseerde ruimtes te maken. We kloppen aan bij Ellen Vandenbruwaene, die als Liaison officer fungeerde en bij Howest coördinator is van de afstudeerwerken en vragen haar om een en ander te evalueren.
Technologische evoluties zijn enorm
In grote lijnen stelde mevrouw Vandenbruwaene vast dat er op amper drie jaar tijd enorme technologische evoluties waren en dat de virtuele wereld heel wat bij kan dragen tot de realiteit. De evolutie blijft razendsnel gaan, zodat mag aangenomen worden dat AR en VR een interessante toekomst wacht in de ruimere bouwwereld in de redelijk onmiddellijke toekomst.
Het plaatsen van 3D objecten op een muur. © Howest
“We bekeken hoe de diverse producten van deze fabrikant van interieurdecoratie ingepast konden worden in diverse ruimtes”, legt Ellen Vandenbruwaene uit. “AR werd hier getest voor het configureren in plaatsen en op muren waar producten terecht moesten komen. Daarbij gebruikten we een tablet of smartphone.”
Het algemene besluit was zonder enige twijfel dat het gebruik van AR wellicht een mooie toekomst wacht. Zeker als een fabrikant (zoals hier het geval was) over behoorlijk wat eigen data beschikt. Er zijn dan wel nog wel wat kinderziektes, maar niets dat niet verholpen kan worden.
Visualisering in digitaal tijdperk
“Wat vooral interessant is, is dat AR-technologie je toestaat om enorm veel te visualiseren. We leven in een digitaal tijdperk, en dat betekent dat er overal wel beelden van bestaan. We beschikken over 3D data – denk hierbij onder meer aan toepassing in BIM – en kunnen deze data omzetten op diverse manieren, bijvoorbeeld via gewone game engines. Dit zal duidelijk maken dat het maken van een AR-applicatie allang geen rocket science meer is.”
Ellen Vandenbruwaene is Liaison officer bij Howest, waar ze fungeert als coördinator van de afstudeerwerken. © Howest
“Tegenwoordig bestaat er al plug&Play software om snel de data te kunnen visualiseren. Maar voor een op maat gemaakte AR-applicatie is er wel nog de nodige ontwikkeling nodig. Hierdoor is de leercurve voor het gebruik van deze technologie nog altijd groot, maar de technologie wordt steeds toegankelijker omdat er blijvend aan verfijnd wordt. Dit zal er voor zorgen dat binnen een aantal jaar de technologie ook zal worden kunnen gebruikt door mensen die niet bezig zijn met ontwikkeling.”
Het visualiseren van de 3D decoratieve objecten van Orac Decor. © Howest
Tekortkomingen in de praktijk
Tijdens de Proof of Concept bij Orac werden nog een aantal tekortkomingen vastgesteld. Zo lijkt de technologie nog niet klaar voor precisiewerk tot op de millimeter. Ook de hardware is soms wat onhandig in het gebruik:
“Als je al iets nodig hebt in de wereld van de bouw, dan is het wel precisie, in combinatie met zeer praktische instrumenten. Meestal kijken we in de richting van tablets en smartphones voor het maken van AR-applicaties, maar deze zijn uiteraard niet altijd veilig in een ruwe omgeving als een werf. Ze moeten ook altijd bediend worden terwijl de applicatie wordt vastgehouden.”
“Ook nog een probleem zijn de AR- of eerder de MR-brillen. MR-brillen (MR staat voor Mixed Reality) zijn zowat het zusje van AR en visualiseren de wereld anders op de realiteit. Deze brillen kunnen veilig werken in de weg staan. Er bestaat, bijvoorbeeld, wel al een helm met een hololens, maar die lost het probleem niet helemaal op omdat deze moeilijk te gebruiken is bij niet-optimaal licht. Is er te veel licht, dan zie je het scherm soms nauwelijks en ook het minste stofje kan voor problemen zorgen. Een dergelijke bril is bovendien niet goedkoop en tegelijk heel fragiel. Dat maakt het momenteel de kostprijs niet waard, terwijl de brillen qua batterijduur niet enorm lang meegaan.”
Grote toekomst wacht
Het klinkt eerder negatief, maar dat is het niet. Net als bij de andere cases concludeert ook Howest dat er AR een grote toekomst wacht binnen de bouwwereld.
“Vanuit de proeftuin voorspellen we een grote toekomst voor vooral AR binnen de bouw”, besluit Ellen Vandenbruwaene. “Het is nu enkel nog wachten op de juiste hardware. Hiervoor is het belangrijk dat bedrijven zich toch al engageren en durven experimenten met deze technologie. Zo kunnen we de hardware sterker maken en gaan we sneller in de richting van een industrie waarin AR zijn volledige meerwaarde kan demonstreren.”
Howest stelt een XR- of Extented Reality-lab, dat representatieve vormen zoals AR, MR en VR en de gebieden daartussen omvat, open voor bezoek door bedrijven. © Howest
“We nodigen iedereen tegelijkertijd uit om eens een bezoekje te brengen aan ons XR-lab. XR, wat staat voor Extended Reality, omvat representatieve vormen zoals Augmented Reality (AR), Mixed Reality (MR) en Virtual Reality (VR) en de gebieden daartussen. Het kan interessant zijn voor bedrijven die vragen hebben omtrent XR. In ons XR-lab kan een demo aangevraagd worden, waardoor verder binnendringen in de technologie mogelijk wordt.”