Maximaal zorg dragen voor de planeet waarop we wonen, daar draait zo goed als alles wat we tegenwoordig doen om. Het spreekt vanzelf dat de bouwwereld hier een bijzonder belangrijke rol in speelt. Voor een uitstekend voorbeeld van hoe het maximaal duurzaam kan, nemen we je mee naar Tienen, naar de eigen circulaire woning van architectenkoppel Peter van Impe en Evelien Broeckx van architectenkantoor AST77. Hier gebruikt men enkel aarde als structureel basismateriaal en zorgt een open plan voor een flexibele en aanpasbare thuis voor de gebruikers.
door Jan Hoffman
De circulaire woning met kantoorruimte ligt in een 11 hectare groot, publiek park, aan de rand van het historische stadscentrum van Tienen. En zoals de architecten het graag zelf verwoorden: dit gaat bijna letterlijk om ‘een reus op lemen voeten’. We zien immers een statig, 15 meter hoog gebouw waarin de hoofdrolspeler aarde is, zowel gestampt als gebakken. Speciaal is niet enkel dat er louter lokale bouwmaterialen werden gebruikt, maar dat dit ook geldt voor de gebruikte bouwtechnieken, die eeuwenoud zijn.
In dit statige, 15 meter hoge gebouw speelt aarde, zowel gestampt als gebakken, de hoofdrol. De westgevel is volledig transparant.
Verankerd in Tiense kleibodem
De woning is stevig verankerd in de Tiense kleibodem, maar wordt in de kern gedragen door een gestampte lemen wand. Deze wand werd opgetrokken volgens het eeuwenoude ambacht, zonder bindmiddelen of kunstmatige verstevigers. De 40 centimeter dikke en 15 meter hoge wand is een van de hoogste ongebonden stampleemwanden in Europa.
“Het geheel kun je zien als een robuust geheel met een fragiele basis”, verduidelijkt Peter Van Impe. “De wand vormt als blikvanger van de woning de dragende kern voor het bakstenen omhulsel en oogt solide, maar is veel fragieler en kwetsbaarder dan je denkt. We werkten immers met simpele ‘aarde’. Voeg je er water aan toe, dan wordt alles herleid naar zijn vloeibare basisvorm… modder.”
De woning wordt in de kern gedragen door een stampleemwand.
“Bij het ontwerp hielden we zoveel mogelijk rekening met de principes van het circulair bouwen en daarin gingen we behoorlijk ver. De circulariteit gaat op voor zowel de gebruikte bouwmaterialen als de toegepaste constructietechnieken. We wilden immers dat er hergebruik van de materialen mogelijk was bij een eventuele latere afbraak. Om zo weinig mogelijk te riskeren dat hergebruik in het gedrang kwam, pasten we de constructiematerialen zoveel als maar kon toe in hun naakte vorm, zonder extra afwerking. Het is immers een algemene wetmatigheid dat het geen sinecure is om constructie- en afwerkingsmaterialen bij afbraakwerken van elkaar te scheiden.”
Ter plaatse ontgonnen ‘aarde’
Voor de woning werd uitgegaan van aarde die letterlijk van ter plaatse kwam. Peter Van Impe, die bij de realisatie van diens woning een groot team van externe experten betrok en in het bouwteam werkte, speelde met het idee om ter plaatse ontgonnen grond te gebruiken bij de bouw. Samen met het bouwteam (BC Studies, Het Leemniscaat en Util) onderzocht hij met AST77 hoe de lokale klei-leemaarde gebruikt kon worden voor de bouw van een stampleemwand.
Architect Peter Van Impe in diens eigen interieur, waarin ook binnen zoveel mogelijk gekozen werd voor het gebruik van constructiematerialen die hergebruikt kunnen worden.
“Uiteindelijk werd er wat extra klei toegevoegd aan de fijne leemgrond van de site en dat moest dienen als bindmiddel. Verder kwam er ook grof zand bij om krimp tegen te gaan en gebruikten we gravel omwille van structurele redenen”, vervolgt de architect. “Zelfs de toegevoegde grondstoffen betrokken we uit de eigen regio. De materialen werden ter plaatse ‘gestampt’ en zo ontstond de 15 meter hoge centrale wand. We koppelden er drie losstaande, 50 cm dikke bakstenen buitenwanden aan, die met elkaar verbonden werden door middel van een 10 mm dikke plaatstalen vloer. De buitenwanden zijn zowel buiten als binnen opgetrokken in rode baksteen, toegepast in een enkel en dubbel Vlaams verband met terugliggende voeg.”
Peter Van Impe had drie redenen om overal te kiezen voor zichtbare bakstenen.
“Allereerst wilden we dat er een minimaal visueel onderscheid kwam tussen buiten en binnen. Daarnaast verbergen de bakstenen binnenmuren ook de klimatisatietechnieken. Tot slot werd de keuze voor het alom gebruiken van baksteen ingegeven door een wens om maximaal circulair te bouwen, zoals ik eerder al uitlegde.”
Plan en invulling volledig aanpasbaar
Er is evenwel meer. De ontwerpers wilden ook dat het gebouw ‘mee kon groeien’ met de tijd. Daarom bepaalde men wel de buitenschil, maar blijven het plan en de invulling vrij en volledig aanpasbaar.
Stalen vloerplaten en geperforeerde stalen trappen met een minimale opleg regelen en zorgen in een ‘open koker-constructie’ voor de noodzakelijke verbindingen tussen de constructieve elementen.
“Je moét als architect rekening houden met de evoluerende woonwensen van de huidige en toekomstige bewoners. Wat je nu ziet, is hoe stalen vloerplaten en geperforeerde stalen trappen met een minimale opleg de noodzakelijke verbindingen tussen de constructieve elementen regelen en zorgen voor een ‘open koker-constructie’. Er is daarnaast ook een volledig transparante westgevel, die de band met de natuur maximaal maakt. Dit zorgde er ook voor dat we konden afwijken van de klassieke indeling in leefruimtes. Bij ons werd boven onder en vice versa. We slapen beneden en leven boven, wat een energetisch voordeel heeft.”
Diverse nominaties
Het project werd de voorbije paar jaar zowel in eigen land als daarbuiten diverse keren genomineerd voor een award. Zo haalde het een nominatie binnen in de categorie Circular Building van de Belgian Building Awards 2021. Verder werd het ook geselecteerd voor de Nederlandse Nationale Staalprijs 2020 en de tentoonstelling op La Biennale di Venezia 2018 en werd het als enige project uit de Benelux geselecteerd voor de internationale TerraFibra Award 2021.
De woning laat maximaal mogelijkheden open voor het meegroeien met de tijd. Het plan en de invulling blijven vrij en volledig aanpasbaar.
“Dat doet wel wat”, besluit onze gesprekspartner. “Awards zoals die TerraFibra Award illustreren hoezeer de hedendaagse architectuur aandacht besteedt aan een basis van, bijvoorbeeld, aarde en plantaardige vezels.”
“Dit project moet je zien als een manier waarop wij als architect ons steentje bij kunnen dragen om een halt toe te roepen aan decennia van ongecontroleerde groei en de productie van bergen afval. Willen we onze welvaart in stand houden, dan kun je alleen maar circulair denken. Het bezorgt je de mogelijkheid om de productie op peil te houden, maar tegelijkertijd sluit je afval zoveel mogelijk uit. De uitdaging is niet makkelijk, maar wegkijken is geen optie.”
Alle beelden © Steven Massart, Maarten De Bouw en Thomas Noceto