Bezoekers aan de jongste editie van Architect@Work Kortrijk maakten kennis met een hommage aan een van de grote architecten van de voorbije decennia: Mario Botta, een Zwitserse architect, geboren in 1943 in het Italiaanstalige kanton Ticino. Samen met Aurelio Galfetti, Luigi Snozzi en Livio Vacchini maakt hij deel uit van de 'Tessiner School' en drukte hij als veelzijdige professional zijn stempel op het architecturale landschap.
We zochten Mario Botta op en gingen vooral na hoe hij omspringt met milieu- en duurzaamheidskwesties, die onvermijdelijk hun invloed hebben op de wereld van de architectuur. Processen, technologieën en vooral nieuwe benaderingen in het hedendaagse ontwerpen roepen veel vragen op in een steeds veranderende context.
Wie is Mario Botta echt? De rode draad in zijn werk lijkt die te zijn die we terugvinden in het werk van de allergrootsten. Bij hen gaat het om creativiteit, diepgaande kennis en multitaskingvaardigheden, als deel van hun professionele achtergrond. Maar wat inspireert hen? Wat gidst hen? En hoe zetten ze hun visies om in werkelijkheid? We interviewden een aantal hoofdrolspelers van de hedendaagse scène over dit onderwerp, om zo aan te zetten tot reflectie, terwijl we nuttige tips voor de toekomst verzamelen.
In uw werk beschouwde u de verbinding met het territorium, met de habitat, waarin elk nieuw artefact moet passen om een relatie tot stand te brengen, altijd als onmisbaar. Dit is een manier van werken die duidelijk naar voren komt in de ontwikkeling van een ‘antropologische dimensie’ van het architectonische werk en die altijd aanwezig is in de opeenvolgende fasen van de ontwikkeling en realisatie van het project. Hoe ziet u de veranderingen in de architectuur van vandaag in relatie tot de nieuwe milieueisen en wat zou volgens u de taak en houding van ontwerpers moeten zijn?
Mario Botta: “Ik zie een nogal verwarrende situatie in de hedendaagse architectuurwereld, er is geen duidelijkheid. De snelheid verwart ideeën, de snelheid van verandering maakt alles een beetje ondoorzichtig. Ik probeer ook te begrijpen waar we naartoe gaan en waar we naartoe zouden moeten gaan. Architectuur is een solide, concrete discipline die niettemin grote behoefte heeft aan duidelijkheid. Sinds Leon Battista Alberti heeft elke historische fase, elke kritieke toestand die de architectuur heeft kunnen uitdrukken, te maken gehad met de verwarring van haar tijd.”
Fiore di Pietra accommodatie, Monte Generoso, Zwitserland (2013-2017). Foto © Enrico Cano
“Architectuur is iets bepalends en iets onveranderlijks. Ze staat geen fouten toe in relatie tot cultuur, ze is er integendeel de spiegel van. Architectuur is misschien meedogenloos, maar niettemin is ze verbonden met de waarden die tot uitdrukking komen in een bepaalde historische periode.
In deze post-pandemische jaren en midden in de klimaatverandering merken we hoe we de vorige eeuw met veel enthousiasme in de richting van een moderniteit - die in feite al voorbij was -opstoomden. In plaats daarvan bevinden we ons nu onderaan de ladder. Ik zie veel schaduwen, niet alleen in de architectuur, maar ook in de manier van leven van de jongere generatie. We deden wat we konden om het momentum van de consumptiemaatschappij, die we natuurlijk ook bekritiseerden, maar die tegelijkertijd ook een drijvende kracht was, te gebruiken. Het is niet gemakkelijk om te zeggen wat de houding van ontwerpers vandaag en in de toekomst zou kunnen zijn. Zeker is dat we op dit moment in een fase leven waarin grote voorzichtigheid geboden is, vooral met het oog op de catastrofes die zich voor onze ogen voltrekken: de nucleaire ramp, de klimaat- en milieucatastrofes, maar ook situaties die nog nooit zo duidelijk aan de oppervlakte zijn gekomen.
Een eeuw lang leefden we van een historische erfenis van optimisme die uit elke porie van de samenleving kwam. Nu worden we bovenal geconfronteerd met ethische waarheden waarmee we in het reine moeten komen. Ik wil daarom graag een houding zien die eerst en vooral probeert de diepere redenen te begrijpen voor de veranderingen die plaatsvinden, zodat de nieuwe generaties vooruit kunnen. Het is in veel opzichten een dramatische vraag, in zekere zin draait het om de Hamlet-vraag: ‘To be or not to be?’. Ik ervaar deze toestand van onzekerheid vooral in de discipline die ik gebruik om te proberen ons wereldbeeld te filteren, namelijk via de instrumenten van de architectuur.”
Nationaal Jeugdsportcentrum, Tenero (4de fase 2019-2023). Dit is de laatste fase van de uitbreiding van het sportcentrum, die begon met de tweede fase (1990-2001) en werd voortgezet met de derde fase (2006-2013). Foto © Enrico Cano
Vele jaren lang werd consequent het belang van de relatie tussen natuur en architectuur en de centrale rol van het individu benadrukt. Veel van de waarden die aan deze evenwichten ten grondslag liggen, worden tegenwoordig vaak in twijfel getrokken. Welke strategie kunnen we volgens u toepassen om ze te behouden? Welke valkuilen ziet u, maar ook: welke kansen kan de wereld van de architectuur bieden voor de designgemeenschap van vandaag?
Mario Botta: “Welke kansen biedt de wereld van de architectuur? Zolang de mens bestaat, zal hij een thuis nodig hebben. De mens kan niet in de natuur leven, hij kan niet leven als een dier, hij kan niet leven zonder bescherming tegen het weer, de hitte, de kou. De mens is een zeer kwetsbaar, zeer onzeker wezen geworden. En daarom moet hij voor zichzelf zorgen om te overleven. Vanuit dit oogpunt is architectuur onlosmakelijk verbonden met het leven van de mens, je kunt niet leven zonder een adequate, gebouwde ruimte. Vroeger volstond het om jezelf te verdedigen tegen dieren, tegenwoordig moet men zich wapenen tegen virussen en tegen de natuur, die steeds meer kwaadaardige dan goedaardige omstandigheden biedt. Het beheersen van de ecologische balans is daarom een eerste vereiste om te overleven.
De wereld van de architectuur moet daarom op zoek naar nieuwe mogelijkheden, ook in haar geschiedenis, in het geheugen en in de technologie. Voor mij is dit de enige manier om te overleven in het licht van de meest radicale natuurlijke gebeurtenissen. Aan de andere kant verstoorde de mens moedwillig en opzettelijk het evenwicht van de natuur en wordt het een grotere strijd om hiermee om te gaan. Het is een eerder ongelijke strijd, omdat de natuur waarschijnlijk zal zegevieren. Er is geen constructie, geen piramide die de vergelijking kan doorstaan. Ik voel me echter getroost door de gedachte dat architectuur een humanistische discipline is: ze draagt de kennis, cultuur en traditie van een gebied in zich. Als ontwerper ben ik ervan overtuigd dat het gebied van de herinnering een fundamenteel instrument is om mensen een ruimte te geven om te leven.”
Johannes de Doperkerk, Mogno, Zwitserland (1986-1996). Foto © Pino Musi
Meer dan eens herinnerde u ons eraan dat het ontwerpen van een klein object of een heel gebouw nog steeds een manier is om een visie op de wereld uit te drukken, een verlangen om deze beter, gastvrijer, voller van leven en vreugde te maken. Welke hints en welke suggesties hiervoor zouden volgens u de jongere generaties architecten in de toekomst kunnen helpen?
Mario Botta: “In de loop van mijn vele jaren in de praktijk kon ik vaststellen dat het thema van de gebedshuizen misschien wel het thema is waarin de betekenis van het ontwerpwerk het best tot uitdrukking komt. Omgaan met de fundamentele elementen zoals het denken en leven van de mens, de motieven van zijn wezen, zijn vragen, is doordringen tot het diepste begrip van architectuur.
In de heilige ruimte vond ik het beginpunt van de zwaartekracht en van het licht. Zonder licht is er geen ruimte en kan architectuur niet bestaan. Het concept van de grens, de drempel, is een ander fundamenteel element van een constructie. Ik probeer altijd deze concepten te identificeren en er betekenis aan te geven, waardoor de condities van evenwicht tussen mens en omgeving worden bepaald.
Ik denk echter dat het nutteloos is om in retoriek te vervallen. De mens heeft zich altijd afgevraagd waarom het de moeite waard is om te vechten, te werken en te geloven in de eigen daden. In deze richting komt de bijdrage van kunstenaars ons te hulp. Alleen zij zijn er echt in geslaagd om de problemen van het leven, van het mens zijn op aarde vandaag de dag, de angsten, maar ook de vreugde van iets bereiken en wat ons gelukkiger maakt, diepgaand te verwoorden in hun werken.
Ik geloof dat architectuur uit ervaring, uit het vermogen om te herinneren, de kracht kan putten om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Ik zou het een spirituele bestaansvoorwaarde willen noemen. We zijn niet alleen, we zijn niet uit het niets geschapen en we hebben het vermogen, dat dieren misschien niet hebben, om mogelijke oplossingen te vinden via het historisch geheugen.”
Mario Botta. Foto © Flavia Leuenberger Ceppi
Dit is een door Jan Hoffman bewerkte vertaling van een artikel geschreven door Enrico Leonardo Fagone