Een beschermend omhulsel en esthetisch visitekaartje tegelijk: de nieuwe schoonheid van gevels ligt de komende jaren vooral in duurzaamheid, een belangrijke architectonische bijdrage aan toekomstige klimaatontwikkelingen. Onze nieuwe serie artikelen van 2024 presenteert het potentieel van gevels met een visionair karakter.
Trendsettend: in de herfst van 2023 opende het nieuwe Team 7 World zijn deuren in Ried im Innkreis in Opper-Oostenrijk. Foto © Kurt Hörbst
Gevels bieden een beschermende laag en hebben ook een esthetische aantrekkingskracht. Wat de komende jaren evenwel de overhand zal krijgen op het vlak van prioriteiten is duurzaamheid. Dat komt doordat de architectuur- en ontwerpgemeenschap steeds meer een sterke verplichting voelt om haar steentje bij te dragen aan de aanpak van klimaatverandering. Onze nieuwe serie artikelen in 2024 presenteert het potentieel van gevels om echt toonaangevend te zijn op dit gebied.
2023 was het warmste jaar ooit, als we vergelijken met de records van meer dan 200 voorafgaande jaren. Dit record moet ons niet enkel stof tot nadenken geven, maar hoort ons vooral te stimuleren om het heft in eigen handen te nemen. In 2024 zullen we in onze artikelen aandacht besteden aan het onderwerp ‘gevels’, die een steeds belangrijker onderwerp in de bouwsector worden. Het is immers dankzij goed doordachte – ja, zelfs intelligente gebouwschillen - mogelijk om een waardevolle en bijzonder belangrijke bijdrage te leveren aan het klimaatdebat, iets wat tot dusver vaak onderschat werd.
Hout en zijn uitzonderlijke kwaliteiten staan centraal bij Team 7. Deze bedrijfswaarden komen vooral tot uiting in de gevel. Foto © Kurt Hörbst
Ons eerste voorbeeld brengt ons naar Opper-Oostenrijk, waar de Oostenrijkse biologische meubelpionier Team 7 in de herfst van 2023 zijn nieuwe hoofdkantoor opende: het 6.100 vierkante meter grote Team 7 World. Aangezien natuurlijkheid en regionale waardecreatie met het eigen bos deel uitmaken van het DNA van het bedrijf, is het niet verrassend dat er een beroep werd gedaan op een plaatselijk architectenbureau en dat er tevens een gebouwtaal werd ontwikkeld die de waarden van het bedrijf naar buiten toe communiceert. Het idee van duurzaamheid in dit project is niet alleen terug te vinden in de gevel, maar ook in de conceptuele oorsprong ervan. Het basisidee was om een ecologisch gebouw te creëren met de hoogste ontwerpnormen, dit onder de vorm van een houtconstructie. In plaats van te verhuizen naar een greenfieldlocatie, besloot TEAM 7 om op de binnenstedelijke locatie te blijven en deze te verdichten. Naast kernthema's als fotovoltaïek en groene daken lag de focus op een houtskeletconstructie van vier verdiepingen. Die is gemaakt van gelijmde, gelamineerde kolommen, met een uitgebreide staander- en liggerconstructie die de royale glasoppervlakken omlijst.
Bij dit project werd 5.500 kubieke meter massief hout gebruikt voor balken, spanten, plafonds en buitenmuren. 1.000 kubieke meter massief hout kwam uit het eigen bos van het bedrijf, de rest was afkomstig uit regionale bronnen. Foto © Kurt Hörbst
De structurele en esthetische nadruk op hout als bouwmateriaal verwijst naar de hoogwaardige massief houten meubelproducten waar Team 7 wereldwijd bekend om staat. De houtskeletbouwwanden op de binnenplaats zijn bekleed met staande eiken bekisting. Aan de straatkant vormt een aluminium vliesgevel de structurele houten bescherming. De donkere metalen gevel vormt de achtergrond voor de eiken latten en staat in schril contrast met de licht beglaasde houtconstructie die zichtbaar is door de beglazing aan de binnenkant. Een van de bijzondere kenmerken van dit gebouw is dat het volledig zonder airconditioning werkt. Enerzijds zorgen de onderhoudsbalkons en de hangende eiken lamellen voor een aanzienlijk deel van de zonwering. Anderzijds is er een ingenieuze mix van natuurlijke zonwering door middel van luifels, zonweringschermen en zelfgemaakte zonweringslamellen. Intelligente raamventilatie op de kantoorverdiepingen maakt nachtelijke koeling mogelijk tijdens de warmere seizoenen. Dit zorgt het hele jaar door voor een aangenaam binnenklimaat, zonder dat er een toevlucht moet genomen worden op energiebronnen.
Team 7 World werkt volledig zonder airconditioning. Dit wordt mogelijk gemaakt door de mogelijkheid om te ventileren via openingen in de gevel, waardoor de koele nachtlucht naar binnen stroomt. Foto © Kurt Hörbst
In de toekomst hebben gevels niet alleen de taak om de energiebehoefte aanzienlijk te verminderen, maar ook om de levenskwaliteit binnen en buiten het gebouw te verbeteren. Dus aan de ene kant is het minder, maar aan de andere kant is het meer. Een goed voorbeeld van hoe dit kan worden bereikt is het Nordø-project van Henning Larsen Architects A/S, dat werd gebouwd als onderdeel van de stadsuitbreiding in de wijk Nordhavn in Kopenhagen. Het vier verdiepingen tellende gebouw, dat ruimte biedt aan woon- en commerciële ruimtes, heeft een multifunctioneel en flexibel ontwerp. De roodbruine gevel is geïnspireerd op het industriële verleden van de locatie en de klassieke blokconstructie in Østerbro. Hier vallen schoonheid en biodiversiteit samen.
Nordø van Henning Larsen Architects A/S maakt deel uit van een groot stadsuitbreidingsproject in Kopenhagen, dat mede is gepland door stadsarchitect Camilla van Deurs. Het doel is om Kopenhagen klimaatneutraal te maken, wat nu al het geval is voor 86 procent van de stad. Foto © R. Hjortshöj
Het gebouw werd in 2023 opgeleverd en opmerkelijk eraan is onder meer de groene gevel. Nordø werd de eerste plaats in Denemarken waar een volledig nieuwe geveloplossing werd toegepast. Dit alles werd ontworpen door Henning Larsen en ontwikkeld in samenwerking met BG Byggros en Komproment en met de steun van het Deense Ministerie van Milieu. Voor dit microklimaat met harde wind, koude temperaturen en het zout van de zee selecteerde het team planten met twee heel verschillende eigenschappen. Sommige planten zien er 365 dagen per jaar prachtig uit, maar hebben van nature een lage biodiversiteit, terwijl andere planten tot wel 132 verschillende inheemse insecten herbergen. De gevel heeft een gecontroleerde hydraulische buffercapaciteit die regenwater van het dak opvangt. Dit zorgt ervoor dat de planten constant van water worden voorzien.
Het klimaatgeheim van Nordø ligt in het gebruik van planten en de diversiteit aan insecten, die mogelijk worden gemaakt door de speciale gevelelementen. Foto © R. Hjortshöj
Projectpartner BG Byggros introduceerde processen die zorgen voor continue CO2-absorptie. Door de jaarlijkse oogst van plantenmassa en biomassa binnen de boerderij wordt de CO2 niet opgeslagen door het vrijkomen van plantencompost en CO2, zoals gewoonlijk het geval is, maar door het om te zetten in BioChar door middel van pyrolyse. De BioChar kan vervolgens worden gebruikt in groeimedia als een waardevolle voedingsstoffenbuffer voor plantengroei. Daarnaast is de gevel in Nordø uitgerust met sensoren die de invloed van de gevel op het geluid en de temperaturen op straatniveau meten. Simulaties tonen aan dat een vermindering van 15 procent in geluid op straatniveau kan worden verwacht. En dankzij de verdampende en warmteabsorberende eigenschappen van de planten helpt de gevel de temperatuur op straat in de zomer te verlagen.
Een rond oriëntatiepunt: ‘Tip of Nordø’ van Vilhelm Lauritzen Architects speelt met de charmes van zonlicht en maakt er perfect gebruik van. Foto © Vilhelm Lauritzen Architects, COBE en Tredje Natur - Foto door Jakob Holmqvist
Vlak ernaast staat het nieuwe oriëntatiepunt ‘Tip of Nordø’ van Vilhelm Lauritzen Architects. Dit is een cilindervormig, 60 meter hoog gebouw dat opvalt als een herkenningspunt. Ook hier verdient de gevel speciale aandacht, zij het dan op een heel andere manier. Het is een elementgevel van 12.000 vierkante meter met een speciaal ontwerp en hellingshoek die het daglicht naar behoefte filtert en de zonnestralen reguleert. Via hun gestructureerde oppervlakken en bekleding met glas variëren de gefacetteerde schuine gevelelementen in grootte en beglazingsverhouding op basis van weersimulaties per uur. Er zijn in totaal zes verschillende varianten.
Smal naar het zuiden, breed naar het noorden: de gevel regelt het optimale gebruik van daglicht bijna helemaal zelf. Foto © Vilhelm Lauritzen Architects, COBE en Tredje Natur - Foto door Jakob Holmqvist
Op deze manier wordt oververhitting in de zomer voorkomen, wordt het energieverbruik verlaagd en wordt er rekening gehouden met uitstekende daglichtomstandigheden, die een eigen dynamiek ontwikkelen door onder andere de reflectie van het water. Alles is van naaldje tot draadje doordacht: de gevelelementen aan de zuidkant van het gebouw, waar de gevel het meest wordt blootgesteld aan daglicht, zijn smaller dan die naar het westen, oosten en noorden. Ze worden ook steeds breder om de hoeveelheid daglicht die het gebouw binnenkomt te vergroten.
De gevel als fascinerende constructie in dienst van klimaatdoelstellingen. Foto © Vilhelm Lauritzen Architects, COBE en Tredje Natur - Foto door Jakob Holmqvist
Timo Ranta en Jukka Turunen planden samen met de Finse staalbouwpionier Aulis Lundell Oy en architect Matti Kuittinen het staalskelethuis Pyörre in het Finse Lohja cradle to cradle. Ze volgden dus de hele materiaalcyclus. Het bijzondere eraan is niet alleen de ecologische voetafdruk, maar ook de planning van de tijd na de levenscyclus van het gebouw vanaf het begin. Daartoe werd een materiaalbalans voor het huis opgesteld, waarin het aandeel gerecyclede en hernieuwbare grondstoffen wordt aangegeven, evenals de recyclingmogelijkheden van de verschillende materialen aan het einde van de levenscyclus, mocht worden besloten het huis te slopen. Er zijn ook tal van nieuwe innovaties gebruikt om koolstofarm bouwen mogelijk te maken. Met behulp van planten, bioplastics en gerecycled beton is het koolstofgehalte drastisch verlaagd. Het resultaat mag gezien worden: 15 procent van de gebruikte grondstoffen is hernieuwbaar, 22 procent wordt gerecycled en 82 procent kan worden teruggewonnen als materiaal of energie.
Staal is een onterecht doelwit omdat het ook zijn goede kanten heeft. Het huis Pyörre van Matti Kuittinen is hiervan een van de beste voorbeelden. Foto © Nina Kellokoski
Voor het frame werden niet enkel gerecycled autoafval en schoonmaakwol van gerecycled glas gebruikt, maar vooral staal, dat aan het einde van de levensduur van het gebouw weer beschikbaar is. De cyclus van staal is praktisch oneindig dankzij zijn recyclebaarheid. Voor architect Matti Kuittinen is het de verantwoordelijkheid van de ontwerper om verder te denken dan de levensduur van het gebouw, het moet gaan tot en met de sloop ervan. Het doel moet zijn om het aandeel gerecyclede, recyclebare en hernieuwbare materialen te maximaliseren. Staal is niet alleen geschikt als flexibel materiaal voor organische vormen. Dankzij zijn sterkte is staal lichter dan andere materialen en bijna 100 procent recyclebaar. Staal is ook flexibel in het herontwerpen van gebouwen en constructies, gemakkelijk te ontmantelen, te scheiden per soort en daardoor gemakkelijk te recyclen. Bovendien betekende de constructie op stalen poten dat er geen grond werd gebruikt.
Het gebouw kan aan het einde van zijn levenscyclus volledig worden ontmanteld en gerecycled. Foto © Nina Kellokoski
Afsluiten doen we met een voorbeeld uit Mexico, waar architect Francisco Pardo geen gevel in de klassieke zin van het woord maakte voor een weekendhuis, maar het gebouw als het ware een ‘vijfde’ gevel bezorgde. In het landelijke merengebied Valle del Bravo, op ongeveer twee uur van Mexico City, werd Casa Aguacates, het ‘avocadohuis’, gebouwd. Dit werd gedaan in opdracht van een enthousiast deltavliegend koppel, vlak naast een avocadoveld, een dicht bos en een nabijgelegen ravijn. Om deze natuurlijke idylle niet te beschadigen of te vernietigen, besloten ze het huis letterlijk te begraven. Het resultaat is dat avocadobomen uitlopen boven de verborgen en onopvallende structuur, die rechtstreeks in de boomtoppen van het bos kijkt.
Helemaal geen gevel: het avocadohuis is volledig ingegraven in de grond. Foto © Sandra Pereznieto
De ‘vijfde gevel’ is de naam die is gegeven aan het vogelperspectief. Dat werd net zo zorgvuldig ontworpen als zijn tegenhangers, zodat het huis op natuurlijke wijze opgaat in de omgeving. Deze oplossing zorgt ook voor optimale thermische omstandigheden in een gebied met sterke temperatuurschommelingen tussen dag en nacht, dankzij de aarde boven het dak die het huis op een constante comfortabele temperatuur houdt. Binnen wordt de kale betonstructuur gecombineerd met chukum, een natuurlijk stucwerk uit de Yucatan-regio, en scheidingswanden van gerecycled dennenhout. Het project is zo een subtiele uitdrukking van het vermogen van architectuur om op te gaan in de natuurlijke omgeving en er in creatieve spanning mee samen te leven. Casa Aguacates van Francisco Pardo past zich op natuurlijke wijze aan de locatie aan en is de levende uitdrukking van de symbiose tussen architectuur en natuur, wildernis en huiselijkheid.
Het huis profiteert niet alleen van de omringende grond, maar past ook perfect in de omgeving. Foto © Sandra Pereznieto
Dit is een door Jan Hoffman vertaald en bewerkt artikel van de hand van Barbara Jahn