Hoe kunnen gezonde koolstofarme huizen en gemeenschappen eruitzien? Een mooie oefening in dit verband kregen we vorige zomer te zien met Living Places tijdens de World Capital of Architecture in de Deense hoofdstad Kopenhagen. Living Places omvatte zeven prototypes die een aantal voorstellen lieten zien: vijf open paviljoenen en twee voltooide woningen.
Waar het bij dit project om draaide, was aantonen dat het mogelijk is om een driemaal lagere CO2-uitstoot te bereiken dan in een gemiddelde Deense eengezinswoning, en dit op een betaalbaar en haalbaar niveau. Living Places Kopenhagen is een initiatief van de VELUX Groep, EFFEKT en Artelia. De visie is om het voortouw te nemen binnen de bouwindustrie en te laten zien hoe het herdenken van gebouwen kan helpen bij het oplossen van enkele van de wereldwijde klimaatuitdagingen. Het concept is gebaseerd op vijf basisprincipes: woningen moeten gezond, betaalbaar, eenvoudig, gedeeld in de tijd en haalbaar zijn. De bouwsector, bouwheren en architecten spelen een sleutelrol in het verminderen van de koolstofvoetafdruk, gezien het feit dat de bouwsector verantwoordelijk is voor 34% van het wereldwijde energieverbruik en 37% van de wereldwijde CO2-uitstoot.
Living Places Kopenhagen tijdens het event World Capital of Architecture in Kopenhagen. Beeld © EFFEKT
Harpa Birgisdottir, Ph.D. en professor aan AAU BUILD, stelt dat de benodigde materialen en technologie momenteel beschikbaar zijn om de wereldwijde CO2-uitstoot met ongeveer de helft te verminderen ten opzichte van het huidige niveau: "De bouwsector is nog maar net begonnen met het bekijken van de invloed op het klimaat van de materialen die in de bouw worden gebruikt. Er is een enorm potentieel in het gebruik van bouwmaterialen die de klimaatbelasting verminderen en dat hebben we nog niet volledig onderzocht. Nochtans bestaat de technologie."
De oplossing ligt volgens Birgisdottir in de adoptie van duurzaamheid. Onze leefruimtes hebben ook materialen nodig die duurzaam geproduceerd zijn. Het is voor haar van cruciaal belang dat we ervoor zorgen dat de materialen die we gebruiken op verantwoorde wijze worden ingekocht, met de nadruk op duurzame productiemethoden. Duurzaam bouwen houdt ook in dat we geen onnodige en te veel materialen gebruiken en flexibele oplossingen bieden voor toekomstige functies: "Er is inderdaad een oplossing, maar we kunnen het belang van bescheidenheid niet over het hoofd zien. We moeten minder materialen gebruiken."
Een beeld van de tentoonstelling Living Places tijdens World Capital of Architecture in Kopenhagen. Beeld © Adam Monk
Life Cycle Assessment
Het project Living Places Kopenhagen voerde een volledige levenscyclusanalyse (Life Cycle Assessment: LCA) uit. Dit betekent dat elk materiaal, ontwerp en elke bouwtechniek zorgvuldig werd overwogen en in kaart gebracht met betrekking tot de CO2-uitstoot die veroorzaakt wordt in vergelijking met een typisch Deens huishouden.
Na het berekenen van de verschillende scenario's creëerde het samenwerkingsverband het concept Living Places. Dit kan worden gebouwd als een eengezinswoning met een uitstoot van slechts 3,8 kg CO2 eq/m²/jaar, met verificatie door derden van AAU BUILD - Department of the Built Environment. Het is een resultaat dat meer dan drie keer lager ligt dan de nieuwe Deense bouwwetgeving uit 2023, die een maximum van 12 kg CO2 /m²/jaar vooropstelt (de grenswaarde geldt niet voor eengezinswoningen). Alle nieuwe constructies met een vloeroppervlak van meer dan 1.000 m² worden beperkt tot een maximale uitstoot van 12 kg CO2-equivalenten per m² per jaar en vanaf 2025 zullen vergelijkbare emissielimieten worden toegepast op alle nieuwe constructies, ongeacht hun grootte. Om de CO2-uitstoot te verminderen, worden in het project zware bouwmaterialen zoals beton en bakstenen vervangen door biogene materialen zoals hout.
"Nu is de bouwregelgeving in Denemarken van kracht met een gedefinieerde methodologie om de koolstofvoetafdruk van gebouwen gedurende hun levensduur te berekenen”, stelt Harpa Birgisdottir. “Om ons voor te bereiden op de wetgeving, richtte ons onderzoek bij BUILD zich op het beschikbaar stellen van gegevens en inzichten in de koolstofemissies gedurende de levensduur van Deense gebouwen en dus ook eengezinswoningen."
Materiaal van plafond: grenen multiplex. Beeld © Adam Monk
Bescheidenheid in materiaalgebruik en biogene materialen als belangrijke speler om de CO2-uitstoot te verlagen
De volledig functionele woningen in het project Living Places Kopenhagen zijn gebouwd in houtskeletbouw met natuurlijke ventilatie en hout en houten ramen. Het plafond is gemaakt van grenen multiplex en de muren bestaan uit vezelgips.
Materiaal van de muren: vezelgips. Beeld © EFFEKT
Volgens Harpa Birgisdottir wordt er nog maar weinig aandacht besteed aan de milieu-impact van materialen en ligt de nadruk op kostenoverwegingen. Daarom is de eerste stap die we moeten nemen het optimaliseren van materialen, het vermijden van onnodige overdaad en ervoor zorgen dat we precies de juiste hoeveelheid gebruiken. Door dit te doen, verkleinen we onze ecologische voetafdruk aanzienlijk en werken we toe naar een duurzamere benadering van architectuur en bouw.
"Het klinkt misschien eenvoudig om te pleiten voor het gebruik van uitsluitend biogebaseerde materialen, maar wat ik echt wil benadrukken is dat het optimaliseren van materiaalgebruik onze eerste zorg moet zijn”, geeft ze mee.
De dragende houten constructie. Beeld © EFFEKT
Living Places, de eerste conclusies
De analyse benadrukt het immense potentieel om de CO2-uitstoot te verlagen door de geometrie te onderzoeken, het materiaal te optimaliseren en biogene materialen op te nemen. Dit gebeurt samen met het begrijpen van de verschillen tussen verschillende materialen en marktoptimalisatie.
Er is wel een cruciale vraag: zal er onder de bouwlustigen vraag zijn naar duurzaamheid en zullen de architecten bereid zijn om te leren hoe ze de beschikbare hulpmiddelen voor optimalisatie kunnen gebruiken?
Bij het identificeren van de barrières komen twee belangrijke obstakels naar voren. Ten eerste moeten de klanten in de hele waardeketen, de architecten, de raadgevende ingenieurs, de ondernemers, enzovoort vragen om duurzame gebouwen. Ten tweede vormt kennis een barrière, omdat het moeilijk kan zijn om door de complexiteit heen te navigeren.
Dit is een door Jan Hoffman vertaald en bewerkt artikel geschreven door Klaus Hybler