Een plek laden. Met gebouwen die uitdrukking geven aan de context waarin ze staan. Daar richt architect Don Murphy van VMX Architects zich momenteel op als het om het ontwerp van gebouwen en hun gevels gaat. Op ARCHITECT@WORK in Rotterdam, dat dit jaar Super Skin als thema heeft, geeft hij op donderdag 12 september 2024 om 16:30u een lezing. Architectenweb sprak hem al kort over zijn benadering.
door Michiel van Raaij
Don Murphy. Beeld © VMX Architects
Het is toch geweldig dat iedere stad en iedere buurt zijn eigen karakter heeft, begint Murphy. Het zorgt ervoor dat je bij een selfie op Instagram kunt herleiden waar iemand is: in een arbeiderswijk van Glasgow of in een negentiende-eeuwse buurt in Den Haag. Murphy: “Als je goed kijkt, kun je op zo’n foto zien waar iemand is.”
Woongebouw Katendrecht. Beeld © Marcel van der Burg
Woongebouw Katendrecht. Beeld © Marcel van der Burg
Het woongebouw dat Murphy met zijn team op Katendrecht heeft ontworpen, omschrijft hij als een echt Rotterdams havengebouw. De gebouwen op de Amsterdamse Zuidas passen echt in die omgeving. En als supervisor voor het centrum van Eindhoven stimuleert hij architecten daar om met referenties uit de lichtstad te komen.
Woongebouw Katendrecht. Beeld © Marcel van der Burg
“Als ik renderingen van projecten langs zie komen, kan ik steeds vaker niet duiden waar het project staat. Is het Utrecht? Nijmegen? Het lijkt allemaal op elkaar. Dat is terug te voeren op de gelijke uitvragen, gelijke bouweconomie en gelijke bouwregelgeving. Maar zo gaat de eigenheid van plekken verloren”, vindt Murphy. Met zijn team is hij de afgelopen jaren daarom nog nadrukkelijker dan voorheen vanuit de context gaan ontwerpen, om door middel van hun ontwerpen plekken te laden. “Bouwen voor ergens, niet nergens”, vat hij het samen.
Ontwerpen vanuit de context
Bij het ontwerp voor Haasje Over op Strijp-S keek het bureau naar de oude fabrieksgebouwen van Philips: hun compositie, hun verdiepingshoogtes, hun materialisering, hun ruimtelijkheid. De kleur van Haasje Over is een knipoog naar de kleur van de dakpannen op de nabijgelegen sociale woningbouw. Daar zit nog wel enige provocatie in, geeft Murphy toe, maar hij is vooral trots dat het een gebouw is geworden dat alleen op die plek had kunnen staan: “Het is een gebouw dat dáár past.”
Haasje Over in Eindhoven. Beeld © Norbert van Onna
Bij The Puls of Amsterdam op de Zuidas was de vraag hoe de woningen beschermd konden worden tegen het geluid van de snelweg en het spoor. Loggia’s werken dan goed, wat het bureau op het spoor zette van de erkers die zo typisch zijn voor Amsterdam-Zuid. Daar is het bureau mee aan de slag gegaan.
De Puls in Amsterdam. Beeld © WAX
Onderdeel van The Puls, dat VMX Architects samen met MVSA Architects heeft ontworpen, is ook een kantoortoren. Door de eisen die daaraan gesteld worden, wordt dat automatisch een gebouw van ‘nergens’, vertelt Murphy; een gebouw dat overal had kunnen staan. Omdat dat goed bij het internationale karakter van de Zuidas past, heeft het bureau die ‘nergensheid’ bij het ontwerp van de kantoortoren omarmt.
Nieuw multifunctioneel complex langs A10 Zuidas. Beeld © WAX
De Puls in Amsterdam. Beeld © WAX
De naar voren hellende glazen puien van de kantorentoren hebben een commerciële reden, legt hij uit: de gemeente rekent de vloeroppervlakte af op vloerhoogte, terwijl in het vastgoed op een meter hoogte wordt gemeten. De naar voren hellende gevels leveren dus iets meer verhuurbare ruimtes op. Iedere verdieping knikt de gevel ook weer terug en op die doorlopende kappen konden de PV-panelen geïntegreerd worden.
VMX Architects en DS Landschapsarchitecten ontwerpen eerste woongebouw in wijk Ravel. Beeld © Proloog
Bij het ontwerp voor woongebouw Tic Tac Toe, iets verderop op de Zuidas, speelde de zon een nog een grotere rol. Het gebouw is als een zonnebloem die zich op de zon heeft gericht, legt Murphy uit; de schuine geveldelen in het project zijn echt op de zon gericht zodat daar onzichtbaar PV-panelen in weggewerkt konden worden.
VMX Architects en DS Landschapsarchitecten ontwerpen eerste woongebouw in wijk Ravel. Beeld © Proloog
Bij Tic Tac Toe brengen grote ramen veel daglicht binnen in de appartementen, de grote balkons zijn voorzien van soms flinke beplanting, op dak van de woontoren is een gemeenschappelijke kas voorzien, en in de plint van het gebouw zijn grote te openen geveldelen voorzien waardoor het leven daar in de zomer echt doorloopt van binnen naar buiten en omgekeerd.
VMX Architects en DS Landschapsarchitecten ontwerpen eerste woongebouw in wijk Ravel. Beeld © Proloog
Het woongebouw dat VMX Architects aan de zuidkant van Katendrecht heeft ontworpen, heeft aan de kade de schaal van de fabrieksgebouwen die hier langs de havenbekkens te vinden zijn, maar in de uitwerking van de gevel verwijst het bureau ook naar de vormgeving van ocean liners en naar de architectuur van Maaskant. “Uiteindelijk associeer ik Maaskant toch het meeste met Rotterdam”, verduidelijkt Murphy: “Daarom vonden we een vleugje Maaskant hier echt op zijn plek.”
Richting het hart van Katendrecht is het woongebouw nadrukkelijk lager gehouden, zo hoog als de Rotterdamse laag, en verbindt het verschillende straatprofielen met elkaar. Daarbij vormt het gebouw ook twee nieuwe pleintjes die in het verlengde liggen van twee bestaande straten.
Een raam voor uitzicht, een raam om te ventileren
Net als bij Haasje Over en The Puls zijn de woningen in het woongebouw op Katendrecht voorzien van extra grote ramen. Als je dit uitzicht hebt, dan wil je daar van kunnen genieten, benadrukt Murphy, die niets begrijpt van woontorens die uiteindelijk toch kleinere ramen krijgen. In zijn eigen ontwerpen geeft hij die grotere ramen altijd prioriteit. Want dat levert zoveel woonkwaliteit op. En het is soms iets ingewikkelder om te maken, geeft hij toe, op Katendrecht was dat voor de bouwer ook een uitdaging. “Maar het is echt de moeite waard”, kijkt Murphy terug.
Een groot raam om door naar buiten te kijken en een kleiner raam of luik om door te ventileren. In de ontwerpen van VMX Architects worden die verschillende functies van ramen meestal losgekoppeld. Want vanuit die loskoppeling kan het raam om naar buiten te kijken extra groot gemaakt worden. De gigantische ramen in Haasje Over op Strijp-S zijn daar een goed voorbeeld van. De compacte woningen in die woontoren hebben extra verdiepingshoogte gekregen. Murphy en zijn team is het vervolgens gelukt om daar een bijpassend raam bij te realiseren. Een diepe vensterbank maakt het mogelijk om ook in dat raam te gaan zitten.
“Het is een kwestie van heldere prioriteiten stellen”, vindt Murphy: “Als architect charmant kunnen zijn, maar af en toe ook streng.” En soms kom je ook tot een soort deal, omschrijft hij. De opdrachtgever van Haasje Over op Strijp-S wilde per se een dubbele bouwlaag boven de overdekte skatehal realiseren, om zo tot de Eindhovense laag te komen, terwijl Murphy liever de luchtbrug naar de daktuinen bovenop gebouwen Anton en Gerard wilde maken. Daarop hebben ze afgespreken dat ofwel beide constructies gerealiseerd zouden worden of beide constructies niet. Het werd beide wel.
Prefabricage
De gevel van Haasje Over op Strijp-S is helemaal geprefabriceerd. Dat is waar we naartoe gaan, daar is Murphy van overtuigd. Arbeid is enorm duur, daarom willen veel bouwers al liever geen steigers meer opbouwen rond gebouwen. Maar de transitie gaat langzaam, constateert hij ook. Zo is de gevel van The Puls toch nog helemaal in het werk gemaakt.
Haasje Over in Eindhoven. Beeld © Marcel van der Burg
Op het dak van Haasje Over is later een powernest verschenen. Dat is niet overlegd met het architectenbureau en Murphy betreurt dat. Maar het is ook niet iets waar je echt tegen kunt zijn, vindt hij, want de energietransitie is belangrijk, en hij moet toegeven dat hij het ondertussen ook begint te waarderen. Veel gebouwen in Eindhoven hebben imperfecties, vindt hij, en nu heeft Haasje Over er ook eentje.
Haasje Over in Eindhoven. Beeld © Marcel van der Burg
Als supervisor stimuleert hij nu de toepassing van powernests op andere gebouwen in Eindhoven. Hij filosofeert dat het interessant zou zijn als door heel Eindhoven van die powernests op gebouwen zouden verschijnen, dat het onderdeel zou worden van de Eindhovense identiteit. Dat het in het verlengde van Philips en ASML ook de stad kan zijn die voorop loopt in de energietransitie.