Neuroarchitectuur is een discipline die het vermogen bestudeert van de ruimte om ons heen om met onze hersenen te communiceren en zo percepties en emoties te beïnvloeden.
Soms kan kleur alleen al 'architectuur maken'. Beeld © Unsplash / Robert Katzki
Het lijkt misschien nogal ongebruikelijk om ons denken over architectuur te verleggen door puur emotionele en - in etymologische zin - sentimentele aspecten in overweging te nemen. Instinctief zou je een gebouw of een stedelijke ruimte enkel bekijken door de lens van wat concreet is. Daarbij leg je dan de nadruk op meetbare, zekere en geruststellende aspecten.
De laatste jaren deed evenwel iets nieuws zijn intrede in de disciplines die zich bezighouden met architectuur en stedenbouw: neuroarchitectuur. Wat wij neuroarchitectuur noemen, ontstond ongeveer 30 jaar geleden dankzij de studies van neurowetenschapper Fred Gage. Diens studiegebied werd gevormd door de relatie tussen de gebouwde omgeving en het menselijk brein. Gebouwde ruimten zijn, kort samengevat, niet enkel in staat om te voldoen aan onze meest directe en functionele behoeften, gekoppeld aan het dagelijks leven, maar beïnvloeden tevens onze hersenen. Onze hersenen spelen in op ons gedrag en de verkenning/kennis van onze omgeving in zijn verschillende gradaties van nabijheid.
Het concept van neuroarchitectuur benadrukt het belang van het ontwerpen van ruimtes die niet louter functioneel zijn. Deze plaatsen moeten tegelijkertijd het mentale en emotionele welzijn bevorderen en doen dit door het bewuste en kundige gebruik van specifieke ontwerpingrediënten.
De ruimte die we elke dag verkennen en waarin we ondergedompeld zijn, is in staat om sensaties van mentaal en emotioneel welzijn door te geven aan onze hersenen. Beeld © Unsplash / Baptiste Buisson
De omgeving, die bekeken wordt in haar verschillende componenten en in haar vele samenstellende en karakteriserende factoren, wordt verteld aan degenen die haar waarnemen en erin ondergedompeld zijn. Dit gebeurt ook en vooral door iets waarmee elke architect en interieurontwerper een intieme en diepgaande band heeft: kleur.
Hoe slaagt deze factor erin emoties, gedachten en algemeen welzijn te beïnvloeden? En vooral: hoe kan dit worden gebruikt als hulpmiddel bij het ontwerpen van ruimtes?
Wat zegt de wetenschap? De waarneming van kleur begint wanneer het licht op het netvlies valt en de kegeltjes stimuleert, als cellen die gespecialiseerd zijn in kleurwaarneming. Kleur is echter niet beperkt tot een optische functie. De rol ervan als beïnvloeder is veel relevanter en is gekoppeld aan een vermogen om verschillende gebieden van de hersenen te activeren, waardoor emoties en cognitieve processen worden gedefinieerd.
In werk- of studieomgevingen kan rood energie focussen en reacties stimuleren. Beeld © Unsplash / David Kristianto
Laten we een paar concrete voorbeelden nemen. Neurowetenschappelijke studies tonen aan dat kleuren zoals blauw de activiteit van de amygdala - het deel van de slaapkwab van de hersenen dat emoties verwerkt - kalmeren, waardoor stress wordt verminderd. Rood daarentegen stimuleert het sympathische zenuwstelsel, dat verantwoordelijk is voor de meer instinctieve reacties van aanvallen of vluchten. Rood verhoogt de aandacht en de perceptie van gevaar.
Het gebruik in ziekenhuizen van ontspannende tinten zoals blauw - dat kalmte en creativiteit bevordert - en groen - dat stress en hartactiviteit vermindert - helpt patiënten te kalmeren, vermindert angst en begeleidt het postoperatieve verloop en herstel met positieve ‘vibraties’. Deze effecten zijn gekoppeld aan het vermogen van kleuren om te fungeren als een positieve afleiding. Ze leiden de aandacht af van stressvolle factoren, zoals pijn, die door onze hersenen als zeer negatief worden ervaren.
In werk- en onderwijsruimten, waar langdurige concentratie vereist is, staat het veld weer open voor blauw, dat kalmte en creativiteit bevordert. En rood? Doseer je dat voorzichtig en gebruik je het voorzichtig, dan verhoogt het de concentratie. Deze concentratie is geladen met energie, en is daarom perfect in contexten waar activiteiten worden uitgevoerd die aandacht en een directe, krachtige aanpak vereisen.
Licht, gecombineerd met kleur, bepaalt mede de communicatieve mogelijkheden van de architecturale ruimte. Beeld © Unsplash / Kylian Sockalingum
De psychologie van kleur is tegenwoordig stevig ingeburgerd. Dit wordt ondersteund door onderzoek dat aantoont hoe verschillende tinten onze stemmingen kunnen beïnvloeden en dus waardevolle bondgenoten kunnen worden bij het ontwerpen.
Men kan echter niet over kleur in de architectuur - en neuroarchitectuur - spreken zonder de fundamentele versterkende en karakteriserende rol van licht te benoemen. Ook hier hoort een concreet voorbeeld bij, ondersteund door statistische gegevens. Een recente studie uitgevoerd op een steekproef van meer dan 21.000 leerlingen toonde aan dat klaslokalen met meer natuurlijk licht en rustgevende kleuren de leesprestaties met 26% en de wiskundeprestaties met 20% verbeterden.
Als we licht en kleur samenvoegen, kunnen we de discussie voortzetten door het over hun temperatuur te hebben. Is het je bijvoorbeeld wel eens opgevallen hoe koude kleuren zich lijken terug te trekken en het gevoel van ruimte doen toenemen en hoe warme kleuren daarentegen de ruimte dichterbij en smaller maken, ons erin omhullen en vasthouden?
Als we dan naast kleur en licht ook de bijdrage van geluid zorgvuldig doseren, komt het creëren van omgevingen die de kwaliteit van leven kunnen verbeteren steeds dichter bij onze dagelijkse en operationele activiteit als ontwerpers. We letten niet alleen op de functionaliteit van wat we tot leven brengen door het gebruik van potlood en/of muis, maar gaan tevens in op de diepere betekenissen en het expressieve en communicatieve potentieel ervan.
Dit is een door Jan Hoffman vertaald artikel van Nora Santonastaso